Terug naar de krant

De Rutte-doctrine: catchphrase die de ergernis van de Kamer verwoordt

Leeslijst achtergrond

Informatievoorziening De Kamer werd veel te slecht geïnformeerd toen het misging bij de toeslagen, zei de onderzoekscommisie. De Kamer wijst naar de premier.

Leeslijst

Rutte-doctrine: spreek het woord een paar keer uit en je krijgt het haast niet meer uit je hoofd.

Sinds het begrip vorig jaar opdook in het onderzoek naar de kinderopvangtoeslagen, laten de politieke tegenstanders van de premier geen kans onbenut ernaar te verwijzen. Deels als slimme politieke catchphrase die de rol van Rutte in de Toeslagenaffaire benadrukt, maar ook om uiting te geven aan iets dat Tweede Kamerleden al veel langer dwars zit: de gebrekkige informatievoorziening van Ruttes kabinetten in tal van belangrijke dossiers.

Voor zo’n alomtegenwoordig begrip is het opvallend dat de onderzoekscommissie in haar eindrapport, Ongekend onrecht , geen definitie aanleverde. Daarin wordt slechts verwezen naar de eigen woorden van Rutte, die tijdens zijn verhoor voor de commissie werd geconfronteerd met een sms’je van een van zijn adviseurs. Die had laten weten dat bepaalde stukken niet openbaar mochten worden „vanwege de Rutte-doctrine”. Gevolg: de Kamer miste informatie, de affaire etterde door.

Rutte antwoordde dat „interne discussies” tussen ambtenaren onderling en met hun bewindspersonen in zijn ogen niet gedeeld hoeven te worden met de Kamer. Dat is volgens hem zelfs onwenselijk. „Voordat besloten is ‘dit gaan we doen’, vind ik het heel belangrijk dat mensen onderling in veiligheid kunnen discussiëren.” Anders, verklaarde de premier, zouden ambtenaren wel eens dingen kunnen verzwijgen omdat ze bang zijn dat ze na openbaarmaking aangekeken worden op „stomme ideeën” die ze tijdens een brainstorm hadden geuit.

Lees ook In de toeslagenaffaire heeft de overheid als geheel gefaald
Kamervoorzitter Khadija Arib, commissievoorzitter Chris van Dam en Kamerlid Pieter Omtzigt bij de overhandiging van het rapport over de Toeslagenaffaire.

De definitie die de Kamer hanteert, is minder sympathiek. „Rutte zegt eigenlijk: ‘Als we eenmaal een besluit nemen, dán mag de wereld het weten. Alles wat daaraan vooraf gaat, is lekker onze zaak’”, zegt SP-Kamerlid Renske Leijten, al jaren actief op het toeslagendossier en lid van de onderzoekscommissie. „Maar wij willen als Kamer juist weten wáárom een besluit is genomen. Als we patat eten, moeten we kunnen weten welke aardappelen erin zijn gegaan. Alleen het eindresultaat mededelen is niet genoeg.”

Stabiele kabinetten

Het kabinet mag ervoor kiezen informatie waar de Kamer om vraagt níet te delen, maar alleen als de veiligheid van de staat of „de eenheid van de Kroon” in het geding is of als het slechts gaat om de „persoonlijke beleidsopvattingen” van ambtenaren. Die richtlijn werd vastgelegd in een notitie die toenmalig minister Klaas de Vries (Binnenlandse Zaken, PvdA) in 2002 opstelde en is formeel onveranderd. Maar de praktijk is wél veranderd, zeggen critici van de Rutte-doctrine. Volgens hen zijn de afgelopen jaren steeds meer stukken weggemoffeld onder het mom van ‘persoonlijke beleidsopvattingen’.

„Rutte maakt er een karikatuur van”, zegt hoogleraar staats- en bestuursrecht Wim Voermans, verbonden aan de Universiteit Leiden. „Het gaat niet om een gedachtepolitie die ambtenaren op de hielen zit. Politiek gaat over het maken van keuzes. Als je niet meer kunt zien op basis van welke scenario’s, welke overwegingen, welke informatie die keuzes zijn gemaakt, kun je de keuze ook niet beoordelen.”

„Transparantie, openheid en volledigheid zijn in de praktijk niet de leidende principes,” zo staat in het eindrapport van de onderzoekscommissie. Die conclusie beamen veel Kamerleden, en dat beperkt zich niet tot de Toeslagenaffaire. In de bonnetjesaffaire over de Teevendeal, in de dividendbelastingrel en ook tijdens het toeslagenonderzoek kwamen belangrijke memo’s soms pas na veel aandringen of via andere wegen boven water .

Bekend is dat bewindspersonen soms gevoelige aantekeningen op post-its schrijven: haal je die na afloop weg, dan is de inhoud niet te achterhalen. Als Rutte met andere kabinetsleden en adviseurs de coronacrisis bespreekt op het Catshuis, worden daarvan geen notulen gemaakt. Leijten: „Zo min mogelijk opslaan, zo min mogelijk aantekeningen maken: dat is óók de Rutte-doctrine.”

Lees ook Topambtenaren zijn vooral bezig hun minister uit de wind te houden
Topambtenaren zijn vooral bezig hun minister uit de wind te houden

Rutte hield tijdens de verhoren vol dat zijn ministerie van Algemene Zaken weinig opschrijft omdat het zo’n klein, compact departement is. Dat belangrijke memo’s soms te laat opdoken, zei hij, was nooit de bedoeling.

Het patroon liegt er niet om, zegt Wim Voermans. Voor een nieuw boek onderzocht hij recent hoe vaak het kabinet de Kamer onjuist of onvolledig informeerde: in tien jaar onder premier Rutte was dat 41 keer, ruim anderhalf keer zo vaak als in de tien jaar daarvoor.

„CDA-minister Donner stond hier ook heel principieel in: een te grote nadruk op openheid komt de besluitvorming niet ten goede”, zegt Voermans. „Rutte heeft daar vervolgens echt een kunst van gemaakt. Het is geen toeval dat zijn kabinetten zo stabiel zijn. Dit is daar onderdeel van.”

Correctie (15-01-2021): In een eerdere versie van dit artikel stond dat de Kamer de afgelopen tien jaar 67 keer verkeerd was geïnformeerd. Dat moest zijn: 41 keer. In twintig jaar ging het om 67 incidenten. Dat is hierboven aangepast.

Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 15 januari 2021.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in