Direct naar artikelinhoud
ReconstructieToeslagenaffaire

Wie wist wat in de toeslagenaffaire? De kluwen van hoofdrolspelers ontward

Beeld Brechtje Rood

Hoe kon de toeslagen­affaire ontstaan? Waarom werd niets gedaan met signalen van ouders die in de problemen raakten door de doorgeschoten fraudeaanpak? Vanaf maandag verhoort de parlementaire onder­vragingscommissie kinderopvangtoeslag ambtenaren en (oud-)politici.

Tientallen keren heeft ze gebeld naar de Belastingtelefoon, ze stuurde bezwaarschriften tegen het stopzetten van de kinderopvangtoeslag, maar niets hielp. En dus staat ze hier bij de rechtbank in Amsterdam om haar recht te halen. Het is september 2018, ruim vier jaar nadat de Belastingdienst ineens de kinderopvangtoeslag stopzette. En ruim een jaar vóór deze ouder, directeur van een basisschool, zal worden gerekend tot een van de gedupeerden in wat dan de toeslagenaffaire is gaan heten.

Een makkelijke zitting is het niet. De ­Belastingdienst is niet bereid haar tegemoet te komen, ook al is zij meer dan vier jaar ­gevangen gehouden in een procedure. Haar advocaat vraagt naar interne verslagen en notities van de Belastingdienst, waaruit blijkt dat de dienst al sinds 2014 weet dat zij recht heeft op toeslag. De vertegenwoordigers van de dienst ontkennen in eerste instantie nog dat deze stukken bestaan. Alles wat de dienst heeft, zou in het procesdossier zitten.

Pas nadat de advocate de stukken zelf aan de rechter heeft overhandigd – zij kreeg ze van een klokkenluider binnen de Belastingdienst – draait het verweer: de stukken zouden irrelevant zijn om te bepalen of de ouder recht heeft op toeslag. Een bijzonder verweer, want in de stukken staat letterlijk beschreven dat de ouder al in 2014 alle bewijzen overlegde en recht heeft op toeslag.

Het was de tweede keer in twee weken dat duidelijk wordt dat de Belastingdienst cruciale stukken achterhoudt. Eerder gebeurde dat in de Tweede Kamer, waar Pieter Omtzigt (CDA) vroeg om interne documenten over de zogeheten CAF11-zaak, waar ook deze ouder deel van uitmaakt. Die zouden er niet zijn, aldus toenmalig staatssecretaris Menno Snel. Pas als deze krant het bestaan van de documenten onthult, gaan ze alsnog vertrouwelijk naar de Tweede Kamer. Het roept de vraag op: wat wil de Belastingdienst verborgen houden? Waarom mogen zowel de Tweede Kamer als de rechtbank niets weten over deze CAF11-zaak?

Hersteloperatie

Ruim twee jaar later gaat het al lang niet meer over één rechtszaak, of één CAF-zaak. Hoewel het begon met de CAF11-zaak, is uit onderzoek van Trouw en ‘RTL Nieuws’ gebleken hoezeer de fraudejacht bij de Belastingdienst afgelopen jaren is ontspoord. Naar schatting 26.000 gedupeerde ouders wachten inmiddels op schadevergoeding, het kabinet heeft ruim 500 miljoen euro uitgetrokken voor wat de hersteloperatie is gaan heten. Een tergend langzame herstel­operatie; dit jaar worden slechts enkele honderden ouders gecompenseerd. Met de vergoeding van schade door verlies van werk, huis of immateriële schade moet zelfs nog begonnen worden.

De afgelopen jaren staat de toeslagen­affaire meermaals centraal in vaak heftige debatten in de Tweede Kamer. Maar op veel vragen is nog altijd geen antwoord gekomen. Want hoe kan het dat de fraudejacht bij de Belastingdienst zo is ontspoord? Hebben de politieke en ambtelijke top van de ministeries van financiën en sociale zaken de fraudeaanpak bewust zo ingezet? En wat deden zij met signalen dat de gevolgen voor ouders buitenproportioneel uitpakten? Om antwoord op deze vragen te krijgen, heeft de Tweede Kamer deze zomer een parlementaire ondervragingscommissie ingesteld, die maandag begint met het horen ­onder ede van getuigen.

Waren er signalen dat de fraudejacht bij de Belastingdienst uit de hand gelopen was? Als iemand op die vraag antwoord kan geven, dan is het de eerste ­getuige die maandag voor de commissie verschijnt, advocate Eva González Pérez. Vanaf 2014, toen de Belastingdienst de toeslagen van honderden ouders stop­zette, wijzend naar fraude bij een gastouderbureau in Eindhoven, stond zij tientallen gedupeerde ouders bij in hun strijd. Bezwaren van haar cliënten bleven jarenlang liggen, werden consequent afgewezen en ook in rechtszaken hield de fiscus voet bij stuk. Stukken werden achtergehouden om gedupeerden vooral geen gelijk te geven, zoals in de hiervoor beschreven rechtszaak uit 2018.

Hard oordeel genegeerd

Als González Pérez begin 2017 eindelijk een belangrijke overwinning boekt bij de Raad van State, is dat geen aanleiding voor de Belastingdienst om van koers te veranderen. Intern leidt dit wel tot fundamenteel verschil van inzicht: de juriste van Toeslagen die erop moet toezien dat de wet wordt nageleefd, velt een hard oordeel. De Belastingdienst heeft onzorgvuldig en onrechtmatig gehandeld en diverse rechtsbeginselen geschonden. Ouders moeten dan ook gecompenseerd worden, adviseert zij het management van Toeslagen.

Zowel het dwingende advies van de eigen juriste, als een hard oordeel van de Nationale Ombudsman een paar maanden later, leidt tot niets. De Ombudsman adviseert eveneens: compenseer de ouders. Maar Toeslagen volhardt in doorprocederen tegen de ouders. Gesprekken met de advocate van de gedupeerden leiden niet tot een oplossing.

Opvallend is dat het advies van de juriste pas enkele weken geleden openbaar is geworden, opnieuw na doorvragen van Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt. Toen de toeslagenaffaire medio vorig jaar na onthullingen van Trouw en RTL Nieuws naar buiten kwam, was dat advies bekend bij de ambtelijke top van de Belastingdienst én toenmalig staatssecretaris van financiën Menno Snel. Waarom werd de commissie onder ­leiding van Piet Hein Donner ingesteld om te onderzoeken hoe ouders recht moest worden gedaan, als al in 2017 duidelijk was dat ouders gecompenseerd moest worden? Waarom werden deze stukken tot tweemaal toe achtergehouden na een verzoek op basis van de Wet openbaarheid van bestuur van Trouw en RTL Nieuws? En waarom werd de Tweede Kamer hier niet over geïnformeerd?

Precedentwerking

Huidig staatssecretaris Van Huffelen (toeslagen) moest nog deze week erkennen dat veel documenten ‘veel eerder’ naar de Tweede Kamer hadden gemoeten. En dat het instellen van de commissie-Donner ‘wellicht’ niet nodig was geweest, aangezien al lang bekend was dat de Belastingdienst fout zat.

Ambtenaren vreesden echter de consequenties van al te ruiterlijk toegeven van gemaakte fouten. Want als de ruim driehonderd ouders in de veelbesproken CAF11-zaak gecompenseerd zouden worden, hoeveel zouden er in andere zaken dan nog volgen? Ook daar was intern al snel duidelijkheid over, blijkt uit recent vrijgegeven documenten. Zeker 8500 ouders, maar men vreesde zelfs dat dit richting enkele honderdduizenden zou kunnen gaan. De angst voor precedentwerking blokkeerde sindsdien een oplossing voor de gedupeerden.

Het was niet voor het eerst dat de vrees voor precedentwerking een oplossing in de weg stond. En dat lag niet altijd alleen aan de Belastingdienst, ook het ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid speelt daarin een hoofdrol. Dit ministerie is verantwoordelijk voor het beleid rond de kinderopvangtoeslag en draagt de kosten ervan. De afgelopen maanden is steeds meer aandacht gekomen voor de rol van Sociale Zaken in de toeslagenaffaire en daarom hoort de commissie ook topambtenaren en voormalige bewindslieden van dat ministerie.

Zeker twee keer, in 2012 en 2014, trok de Belastingdienst aan de bel bij Sociale ­Zaken over de verstrekkende gevolgen van het volledig terugvorderen van kinderopvangtoeslag bij ouders. Anders dan in de CAF11-zaak ging het hier wél om fraude door een gastouderbureau en een kinderopvanginstelling. De bureaus werden veroordeeld, maar de Belastingdienst moest de toeslagen terugvorderen bij de ­ouders, die daardoor in grote financiële nood kwamen. Sociale Zaken voelde er ­weinig voor zich coulant op te stellen en de invordering ging alsnog door.

De Belastingdienst wijst er afgelopen jaren consequent op dat de wet daarvoor geen andere mogelijkheid zou bieden. Maar dat klopt niet, zo meldde de landsadvocaat al in 2009 in een advies aan de dienst. Ook dit advies werd pas deze week bekend en opnieuw moest staatssecretaris Van Huffelen erkennen dat de Belastingdienst zo hard niet had hoeven optreden. De harde interpretatie van de wet is door de dienst zelf ­gekozen en vervolgens pas veel later gecorrigeerd in rechtbanken en bij de Raad van State.

De businesscase fraude

Het overleg tussen Financiën en Sociale ­Zaken wordt bemoeilijkt door een oude afspraak: de zogeheten businesscase fraude. Deze bepaalt dat de Belastingdienst een jaarlijks bedrag aan fraude móét innen, anders komt dat ten laste van de eigen begroting. Dreigt dat doel niet gehaald te worden, dan zet de Belastingdienst een tandje bij om meer te innen onder het mom van ‘fraude’, blijkt begin dit jaar uit onderzoek van Trouw en RTL Nieuws.

Het verklaart mogelijk waarom de Belastingdienst sinds de oprichting van het Combiteam Aanpak Facilitators (CAF), dat achter fraude aan gaat, te werk gaat zoals ze doet. Het is de ambtelijke top al bij oprichting van het CAF in 2013 duidelijk dat ‘de randen van de wet’ opgezocht worden en dat goedwillende burgers die niets misdaan hebben daar de dupe van zullen worden.

Deze zogenoemde 80/20-benadering – 80 procent is daadwerkelijke fraude, 20 ­procent betreft burgers die niets misdaan hebben – is een van de hoofdkwesties van de parlementaire ondervragingscommissie. Wisten de politieke verantwoordelijken hier niets van? Waarom gingen ambtenaren hier eigenlijk mee akkoord? Want inmiddels heeft de 80/20-benadering mede geleid tot een aangifte bij het Openbaar Ministerie, die mogelijke ambtsmisdrijven bij de ­Belastingdienst kan gaan onderzoeken.

Nog een heikel punt voor de commissie betreft de manier waarop de Belastingdienst, als besloten is toeslagen bij ouders terug te vorderen, misbruik maakt van zijn bevoegdheden. Ouders krijgen namelijk massaal het verwijt dat de terugvordering aan henzelf te wijten is, met het etiket ‘opzet/grove schuld’. Daarmee komen ouders niet in aanmerking voor een betalingsregeling naar draagkracht én blokkeert de Belastingdienst een traject in de schuldsanering. Uit eigen onderzoek bleek recent dat de ­Belastingdienst in vrijwel alle gevallen (96 procent) de kwalificatie opzet/grove schuld onterecht heeft opgelegd.

De vragen van ouders

Voor de duizenden gedupeerde ouders zullen de verhoren van de komende twee weken geen oplossing bieden. Hoogstens wordt hen meer duidelijk over de totstandkoming van het harde beleid en de onrechtmatigheid waar zij al jaren onder lijden. Voorzitter Chris van Dam (CDA) van de ­ondervragingscommissie zei twee weken geleden de ambitie te hebben ‘de vragen van ouders’ te stellen aan topambtenaren en politici. “Uit mijn vorige baan, als officier van justitie, weet ik dat dit type verhoren heel betekenisvol kan zijn”, zei Van Dam.

De commissie heeft weinig tijd. Een maand na het begin van de verhoren moet er een eindrapport liggen, met alleen een feitelijke reconstructie. Aanbevelingen doet de commissie niet, het is aan de Tweede Kamer conclusies te trekken. Gezien de vele stukken die pas in de afgelopen weken naar de Kamer en de commissie zijn gestuurd, zal alleen al die reconstructie een flinke kluif worden.

“De commissie­leden voelen zich de laatste tijd meer een verzameling rechercheurs dan politici”, verzuchtte Van Dam twee weken geleden.

Wat is het CAF-team?

Het Combiteam Aanpak Facilitators (CAF) werd in 2013 opgericht in opdracht van de ambtelijke top van de Belastingdienst. Het idee was dat achter bepaalde fraudefenomenen spil­figuren – facilitators – schuil gingen, die op grote schaal fraude faciliteerden voor anderen. Door de inzet te richten op deze facilitators, zou met beperkte inzet van middelen fraude veel efficiënter worden bestreden.

Al in het oprichtingsdocument wordt duidelijk dat het CAF ‘langs de randen van de wet’ opereert om vermeende facilitators ‘uit de markt te drukken’. Vorig jaar bleek uit onderzoek van Trouw en ‘RTL Nieuws’ dat het CAF niet alleen de randen van de wet opzocht, maar er overheen ging. Veel van de 170 CAF-zaken bij Toeslagen staan nu ter discussie en duizenden ouders waarvan toeslagen zijn teruggevorderd, komen in aanmerking voor compensatie.

Na onthullingen van Trouw en ‘RTL Nieuws’ dat ook bij de inkomstenbelasting tienduizenden mensen als fraudeur zijn bestempeld op basis van profilering en ‘vermoedens van fraude’, werd het werk van het team tot nader order opgeschort.

Beeld Brechtje Rood

Deze oud-bewindslieden en ambtenaren komen vragen beantwoorden

De parlementaire commissie praat vanaf maandag met kopstukken van de affaire rond de kinderopvangtoe­slag. Onder hen de volgende ambtenaren en voormalige bewindslieden. 

Frans WeekersBeeld Phil Nijhuis

Frans Weekers - staatssecretaris van financiën, VVD (2010-2014)

Voormalig VVD-staatssecre­taris Weekers kan goed ­schetsen hoelang de Belastingdienst al problemen heeft met de uitvoering van de wettelijke ­toeslagen. Hij moest er in januari 2014 zelfs om aftreden. Hij kon toen niet verklaren waarom zo’n 200.000 mensen hun toeslag al een paar maanden niet meer kregen en verweet dat in eerste instantie de ontvangers zelf. Later bleek het probleem bij de Belastingdienst te liggen. Om fraude te ontmoedigen, mocht vanaf 2013 nog maar één rekening worden opgegeven voor de huur-, zorg- en kindertoeslag. De Belastingdienst kon dat rekeningnummer niet tijdig in het nieuwe systeem invoeren. De voormalige staatssecretaris kan de commissie ook vertellen waarom de fraudebestrijding werd opgevoerd. Dat was omdat er een grootschalige fraude van Bulgaren aan het licht kwam. Bulgaarse vrouwen konden in Nederland niet-bestaande baby’s in het bevolkings­register inschrijven en zo miljoenen euro’s aan toeslagen incasseren. In de Tweede Kamer was jarenlang voor een coulant Toeslagen-beleid gepleit, maar vanaf dat moment werd het beleid streng. Weekers mag de commissie vertellen hoe hij het nieuwe beleid opzette en waarom hij steeds werd overvallen door nieuwe problemen bij de Belastingdienst. De Kamer stuurde hem in 2014 naar huis.

Eric WiebesBeeld BSR Agency

Eric Wiebes - staatssecretaris van financiën, VVD (2014-2017)

Wiebes werd in 2014 aangesteld om de problemen bij de Belastingdienst op te lossen. Wat hij precies heeft gedaan en waarom het alsnog fout liep bij de dienst, dat mag Wiebes de commissie komen uitleggen. Bij zijn aantreden als staats­secretaris constateerde hij dat de dienst de afhandeling van aanvragen voor toeslagen niet op orde had. Tegen de Tweede Kamer zei hij dat er zoveel regels waren, dat het belastingstelsel niet goed meer uitvoerbaar was. De commissie zal Wiebes vragen waarom hij de handen niet op elkaar kreeg om het stelsel te vereenvoudigen. Wiebes besloot fors te reorganiseren bij de Belastingdienst, maar het sociaal plan was zo riant dat veel te veel goed ingevoerde ambtenaren vertrokken, waardoor de uitvoeringsproblemen toenamen. Relevant is welke rol Wiebes zelf speelde bij het strenge fraudebeleid dat de dienst Toeslagen optuigde. Wat wist hij van de fraudejacht, het gebruik van data over dubbele nationaliteit bij die jacht en de rechtszaken die werden gevoerd? Wat vertelden zijn ambtenaren hem? Bekend is dat Wiebes voorstelde niet de hele toeslag met terugwerkende kracht af te pakken, maar ouders alleen de eigen bijdrage te laten betalen. Zijn voorstel zou echter ‘ambtelijk’ op het ministerie van sociale zaken zijn afgewezen. De commissie wil ­weten hoe dit is gegaan.

Lodewijk AsscherBeeld ANP

Lodewijk Asscher - minister van sociale zaken en werkgelegenheid, PvdA (2012-2017)

De belangrijkste vraag voor PvdA-leider Lodewijk Asscher is of hij niet meer had kunnen doen om het debacle met de ­kinderopvangtoeslag te voorkomen. Hij was van eind 2012 tot eind 2017 minister van sociale zaken en verantwoordelijk voor het beleid rond de toeslagen, ook het streng ingezette fraudebeleid. Alleen de uitvoering van het verstrekken van toeslagen is uitbesteed aan de Belastingdienst, onder verantwoordelijkheid van het ministerie van financiën. De onderzoekscommissie moet ontrafelen welke minister het drama had kunnen voorkomen. Lag die taak bij financiën of bij sociale zaken of bij allebei? Asscher waarschuwde in 2015 de Tweede Kamer dat onschuldige ouders onder de fraudebestrijding konden lijden. Wat is er met dat signaal gebeurd? Beide ministeries hadden plannen om de regels minder rigide te maken. Waarom kwam daar niets van?

Menno SnelBeeld ANP

Menno Snel - staatssecretaris van financiën, D66 (2017-2019)

Menno Snel moest eind vorig jaar aftreden als staatssec­retaris van financiën van­wege de toeslagenaffaire. Hij kreeg er vanaf het moment dat de kwestie naar buiten kwam geen grip op. ­Aanvankelijk leed hij aan wat hij zelf tunnelvisie noemde: de Belastingdienst wilde fraude bestrijden, voerde de wet uit en verloor het rechtvaardigheidsgevoel uit het oog. Daarmee hield het niet op. Snel werd permanent overvallen door onthullingen in Trouw en ‘RTL Nieuws’. Er bleken veel meer ouders onrechtmatig behandeld, Snel ­leverde niet de documenten waar de Kamer om vroeg en na zijn aftreden bleek dat er werd gewerkt met zwarte lijsten van mensen die onderworpen werden aan fraudeonderzoek. De commissie zal van Snel willen weten waarom de toeslagenaffaire verder uit de hand liep en waarom de Tweede Kamer niet kon beschikken over de juiste informatie. Cruciaal is verder: kreeg Snel de juiste informatie van zijn ambtenaren?

Gerard Blankestijn

Gerard Blankestijn - directeur Toeslagen bij de Belastingdienst (2011-2018)

Gerard Blankestijn was als directeur van de afdeling Toeslagen van de Belastingdienst betrokken bij de werkzaamheden van het gewraakte Combiteam Aanpak Facilitators (CAF). Dit team stopte vanaf 2013 op basis van ‘vermoedens van fraude’ de toeslagen voor duizenden ouders onrechtmatig. Onder zijn leiding zag Toeslagen de bezwaren van ouders in de CAF-zaken binnenstromen, maar dat leidde niet tot verandering van de aanpak. Blankestijn werd in 2016 en 2017 meermaals gewaarschuwd dat in de CAF11-zaak zulke grote fouten waren gemaakt, dat ­ouders gecompenseerd moesten worden. Ook de Nationale Ombudsman velde over deze zaak een hard oordeel. Toch werd hier niets mee gedaan. Blankestijn zal de commissie moeten uitleggen waarom hij, ondanks de signalen dat ouders onterecht in grote financiële problemen werden gebracht, niet heeft gezorgd voor een andere aanpak. Heeft hij zijn meerderen of de politieke leiding geïnformeerd over de problemen? En waarom bleef Toeslagen volharden in het procederen tegen ­ouders, zelfs nadat de Raad van State in 2017 had geoordeeld dat toeslagen niet zomaar stopgezet ­hadden mogen worden?

Peter VeldBeeld anp

Peter Veld - directeur-generaal Belastingdienst (2010-2015)

Als directeur-generaal van de Belastingdienst was ­Peter Veld (2010-2015) de hoogste baas. Onder zijn leiding wordt het Managementteam (MT) Fraude opgericht, dat specifiek op zoek gaat naar alle vormen van fraude en uitzoekt hoe die effectief bestreden moeten worden. Veld is de directe baas van Hans Blokpoel, die ook de ver­gaderingen van MT Fraude bijwoont. Diverse (vermeende) fraudezaken zijn vanwege de schrijnende uitwerking voor de ouders naar Veld doorgestuurd. Toch leidde dit niet tot aanpassingen. Bronnen binnen de dienst omschrijven Veld als iemand die de doorgeschoten fraudejacht op ouders op zijn beloop laat, ondanks signalen hoezeer de ouders in de problemen komen. De commissie zal willen weten waarom Veld niet ingreep en wat hij over de situatie aan zijn politieke bazen berichtte. Veld is de aangewezen ambtenaar om het contact te onderhouden met het ministerie van sociale zaken, dat officieel het beleid maakt voor de kinderopvangtoeslag. Los van de fraude-aanpak, veroorzaakt ook de uitleg van de wet grote problemen bij ouders. De commissie zal vragen wat Veld heeft gedaan om deze problemen aan te pakken en wat zijn analyse is van het mislukte streven om met Sociale Zaken tot een wetsaanpassing te komen.

Hans Blokpoel

Hans Blokpoel - algemeen directeur Belastingen, Belastingdienst (2010-2016)

In 2016 moest Hans Blokpoel vertrekken als algemeen ­directeur bij de Belastingdienst, nadat televisieprogramma ‘Zembla’ had onthuld dat onder zijn leiding grote risico’s werden ­genomen met gegevens van belastingplichtigen. Hij was verantwoordelijk voor de oprichting van de ‘Broedkamer’ – een groot­schalig project om met behulp van data-analyse (vermeende) fraude te kunnen ‘voorspellen’. Blokpoel sprak er enthousiast over in interviews en bij interne ­optredens. Ook het CAF-fraudeteam viel direct onder de leiding van ­Blokpoel. De commissie zal willen weten waarom hij zo bleef ­hameren op een keiharde aanpak, zelfs als er alleen vermoedens van fraude waren, en waarom hij het CAF-team de randen van de wet liet opzoeken. Al vanaf de start van het CAF-team in 2013, weet Blokpoel dat ook burgers die helemaal niets te verwijten valt, zullen lijden onder de nieuwe harde aanpak van fraude. Hij schat in dat hierdoor 20 procent van de mensen die vanwege fraude worden aangepakt, helemaal niets te verwijten valt. De commissie wil weten waarom Blokpoel dat risico accepteerde en of hiervoor toestemming was gegeven door de politieke leiding.

Jaap UijlenbroekBeeld Arenda Oomen

Jaap Uijlenbroek - directeur-generaal Belastingdienst (2017-2020)

In de nasleep van het aftreden van staatssecretaris Menno Snel, eind vorig jaar, moest ook Jaap Uijlenbroek als hoogste baas van de Belastingdienst in ­januari het veld ruimen. Hij stond sinds begin 2017 aan het roer bij de fiscus en kreeg meermalen waarschuwingen op zijn bureau van de doorgeschoten fraudeaanpak bij de kinderopvangtoeslag. De commissie zal aan Uijlenbroek vragen waarom hij in 2017 minimaal reageerde op een hard rapport van de Nationale Ombudsman over de CAF11-zaak, en waarom hij de Autoriteit Persoonsgegevens niet de waarheid vertelde over het gebruik van ­gegevens over (tweede) ­nationaliteit. Terwijl in juni 2019 bekend was hoezeer het was ­misgegaan in de CAF11-zaak, ­bleven dwanginvorderingen in andere zaken doorlopen. Een andere vraag is waarom de dienst ouders liet bungelen in afwachting van deze onderzoekscommissies. Uijlenbroek beloofde persoonlijk aan betrokken ambtenaren dat zij geen straf zouden krijgen als zij zich zouden uitspreken over wat er had plaatsgevonden bij de fraudejacht. Hij schreef een notitie dat er geen sprake zou zijn van ambtsmisdrijven, maar die werd door het ministerie geblokkeerd. Na zijn vertrek deed staatssecretaris Van Huffelen alsnog aangifte – vanwege discriminatie en knevelarij. De commissie wil weten of Uijlenbroek aanwijzingen verkeerd heeft beoordeeld. Of probeerde hij ze vooral weg te ­redeneren?

Ook deze mensen worden gehoord

De ondervragingscommissie spreekt ook met advocaat Eva González Pé­rez die optreedt namens de eerste groep gedupeerden van het gastouderbureau in Eindhoven. De Groningse hoogleraar bestuurskunde Bert Marseille wordt als externe deskundige gehoord.

Behalve de juriste van Toeslagen die in 2017 waarschuwde tegen de harde fraude-aanpak worden nog drie andere topambtenaren gehoord. Ten slotte worden ook ex-staatssecretaris van sociale zaken Tamara van Ark, minister Wopke Hoekstra van financiën en premier Mark Rutte gehoord over hun rol.

Met medewerking van Jelle Brandsma en Esther Lammers.

Lees ook:

Explosief memo duikt op in toeslagenaffaire, Van Huffelen opnieuw in verlegenheid

Al in 2017 werd de Belastingdienst gewaarschuwd dat er zulke grote fouten waren gemaakt dat ouders compensatie moesten krijgen. Toch werden procedures tegen gedupeerde ouders doorgezet.

Impasse in de toeslagenaffaire: ‘Het water staat gedupeerde ouders aan de lippen’

De financiële nood bij veel gedupeerde ouders in de toeslagenaffaire is zo hoog dat zij niet langer kunnen wachten, zegt de eveneens gedupeerde Roger Derikx. Het ouder-panel van de Belastingdienst is er volgens hem alleen voor de show.