Direct naar artikelinhoud

Ongelovigen halen de gelovigen in

De schepping van Adam van Michelangelo.

Gelooft u in God? Steeds minder mensen zeggen volmondig 'ja' op die vraag. De meeste Nederlanders zijn inmiddels ietsist of agnost, blijkt uit nieuw onderzoek.

Voor het eerst is het zover: Nederland telt meer ongelovigen dan gelovigen. Iets meer dan 25 procent van de bevolking is atheïst, terwijl 17 procent gelooft in het bestaan van God. Het gros, zo'n 60 procent, zit tussen godsgeloof en ongeloof in. Die groep is ietsist of agnost. Ietsisten geloven dat er 'iets moet zijn als een hogere macht of kracht'. Agnosten zeggen niet te kunnen weten of er een God dan wel iets als een hogere macht of kracht bestaat.

Dat blijkt uit representatief onderzoek van Ipsos, politicoloog André Krouwel en godsdienstpsycholoog Joke van Saane van de Vrije Universiteit in opdracht van Trouw. De cijfers komen niet uit de lucht vallen. Al jaren toont onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) aan dat het geloof in God op zijn retour is. In de laatste meting, van 2012, waren er nog wel iets meer gelovigen dan ongelovigen.

Onszelf als middelpunt
Er zijn vele verklaringen voor de afname van godsgeloof. Twee woorden zijn belangrijk: 'zelf' en 'gevoel'. De moderne mens stelt zichzelf als norm, en laat zich leiden door zijn gevoel. In deze tijd, legt hoogleraar theologie en religiestudies Joke van Saane uit, stellen we onszelf in het middelpunt. Technologische ontwikkelingen helpen daarbij. "Kijk naar Facebook. Vroeger bepaalde je dorp, je familie of je kerk wie jij was. Nu kun je op Facebook zelf iemand zijn, zonder die traditionele verbanden."

Jezelf zijn, uniek zijn, is de norm. Van Saane: "Als geen mens hetzelfde is, zijn dogma's, regels die voor iedereen gelden en in elke situatie opgaan, niet meer bruikbaar." En waar heb je kerken, die drijven op dogma's, dan nog voor nodig? Vragen als deze hebben de basis van geloof ontwricht, zegt Van Saane. "Zo hebben God en zijn instituten hun zeggingskracht verloren."

Vroeger bepaalde je dorp, je familie of je kerk wie jij was. Nu kun je op Facebook zelf iemand zijn, zonder die traditionele verbanden.
Joke van Saane, hoogleraar theologie en religiestudies

Zwevende gelovigen
Voor de grote middengroep van ietsisten en agnosten muntte Joep de Hart, hoogleraar aan de Protestantse Theologische Universiteit en onderzoeker voor het SCP, eerder de term 'zwevende gelovigen'. "Net als zwevende kiezers bekijken ze per situatie waar ze geloof in hebben of vertrouwen aan hechten."

Het massale 'weet niet' als antwoord op de vraag naar het bestaan van God was in de jaren zestig nog ondenkbaar. "Ineens zijn we niet zo zeker meer", zegt De Hart. "Tussen de twee uitersten van traditioneel geloof en ongeloof, tussen Calvijn en Voltaire, ligt een uitgestrekt niemandsland waar velen hun eigen weg proberen te vinden."

Levensfase
Nog een opvallend resultaat is dat onder jongeren het aantal gelovigen weer iets hoger ligt dan onder ouderen. Van Saane schrijft dat toe aan de levensfase: jongeren zijn op zoek naar houvast. De Hart is verbaasd over deze cijfers. Er is geen ander onderzoek waaruit iets soortgelijks blijkt. Daarom vindt hij het te vroeg voor conclusies.

Verder blijkt het geloof in een hiernamaals nog springlevend. Meer dan de helft van de bevolking, 53 procent, gelooft op de een of andere manier in een leven na de dood. En ruim 40 procent van de Nederlanders beschouwt zichzelf als een spiritueel mens.

Opvallend
Godsdienstwetenschappers Van Saane en De Hart vertellen vandaag in Trouw wat hen nog meer opviel in het onderzoek. Bijvoorbeeld hoezeer vrouwen verschillen van mannen.

Tussen de twee uitersten van traditioneel geloof en ongeloof ligt een uitgestrekt niemandsland waar velen hun eigen weg proberen te vinden.
Joep de Hart

Atheïst: Er bestaat geen God of hogere macht of kracht - 25%

Agnost: Weet niet of God of een hogere macht bestaat - 31%

Ietsist: Er moet iets zijn als een hogere macht of kracht - 27%

Gelovige: God houdt zich met ieder mens persoonlijk bezig - 17%