Bengisu - ‘Ik had ervoor kunnen kiezen om me in een seculiere bubbel terug te trekken en de repressieve politiek zo op afstand te zetten.’ Amsterdam, 8 augustus

De Turkse ingenieur Başar (33) werd door zijn studievrienden met ballonnen opgewacht toen hij in december vorig jaar met een werkcontract van een Nederlandse bank op zak op Schiphol arriveerde. ‘Zo’n beetje mijn hele Turkse vriendengroep, de meesten ken ik al van de middelbare school, werkt en woont inmiddels in Nederland’, vertelt hij zeven maanden later op een zonnig terras in Amsterdam, op loopafstand van waar hij nu woont. ‘Ik voelde me eenzaam in Turkije.’ Wat hem in Istanbul hield was de afronding van een proefschrift, waar hij naast zijn baan aan werkte en die om uiteenlopende redenen langer duurde dan hij had gehoopt.

‘Op de morgen dat ik mijn dissertatie moest verdedigen kreeg ik een aanbod van een headhunter voor mijn huidige baan in Nederland, het personaliseren van apps.’ Hij hoefde niet lang na te denken. ‘Ik praatte elke dag met mijn Turkse vrienden in Nederland, wist hoe hun leven hier eruitzag.’ Om toe te lichten hoe omvangrijk de vlucht van hoogopgeleide Turken naar Nederland alleen al in zijn netwerk is, toont hij enkele WhatsApp-groepen op zijn telefoon. De groep Bilkent University in Nederland, genoemd naar een van de topuniversiteiten in Ankara waar hij studeerde, telt 438 leden. De groep Sabanci University in Nederland, naar een andere vooraanstaande universiteit in Istanbul, kent 166 leden. ‘Van andere universiteiten weet ik de aantallen niet, maar vooral veel ingenieurs die aan de Middle East Technical University in Ankara of aan de Technical University in Istanbul hebben gestudeerd zijn in de afgelopen jaren hier naartoe geëmigreerd.’

Europa wordt geconfronteerd met een arbeidscrisis. Het tekort aan hoogopgeleide arbeidskrachten is een bedreiging voor de concurrentiekracht van de Europese economie. Turkije, dat decennialang bekend stond als hofleverancier van ongeschoolde arbeiders aan Europa, is nu een van de belangrijke bezorgers van hoogopgeleide kennismigranten. In Nederland was Turkije in 2022 het op een na belangrijkste land – na India – waar kennismigranten vandaan kwamen en hun aantal groeit snel. In 2018 registreerden slechts negenhonderd Turken zich bij de Nederlandse Immigratie- en Naturalisatiedienst (ind), in 2022 waren dat er al meer dan elfduizend. De verwachting is dat die stijging zich de komende jaren voortzet. Kennismigranten zijn, volgens de definitie van de ind, hoogopgeleide vreemdelingen die een arbeidsovereenkomst met een Nederlands bedrijf hebben, voornamelijk in de zakelijke dienstverlening of de ict. En ze moeten, om zich hier te kunnen vestigen, een relatief hoog minimum brutosalaris verdienen dat is gekoppeld aan hun leeftijd. Turkse kennismigranten emigreren vooral naar Duitsland. Nederland is, op grote afstand, het tweede land van aankomst, gevolgd door Engeland en de Verenigde Staten.

Tegelijkertijd vormt immigratie dé splijtzwam in de Europese en Nederlandse politiek. De komst van ruim vierhonderdduizend immigranten vorig jaar wordt in Nederland breed aangegrepen om de instroom drastisch te willen aanpakken. De focus ligt daarbij vooral op asielmigratie, maar kennismigranten van buiten de EU vormen een net zo grote groep. En zij halen meer gezinsleden naar Nederland dan asielmigranten.

Wie zijn deze hoogopgeleide Turken en hun familieleden? Wat deed hen besluiten om uit Turkije te vertrekken? Hoe kijken ze naar de nabije toekomst, blijven ze in Nederland of denken ze terug te keren? En hoe richten ze hier hun leven in? We interviewden negen Turkse expats en academici. Ze wonen verspreid over het land: Amsterdam, Tilburg, Utrecht, Veldhoven, Den Bosch en Maarssenbroek. Ze zijn single of hebben hun echtgenoot of echtgenote, en twee van hen hun kinderen, eveneens naar Nederland overgebracht. Ze zijn tussen de 29 en 48 jaar oud en willen liever niet bij hun achternaam genoemd worden.

Başar kwam het meest recent, de anderen, Merve, Mehmet, Ayça, Hilal, Kumru, Betül, Ekin en Bengisu, kwamen ergens in de afgelopen vijf jaar. De meesten hadden tijdens de studie al buitenlandervaring opgedaan in de vorm van een Erasmus-uitwisseling in Groningen of een master international development in Londen. Bengisu laste een extra studiejaar Service Design in Zweden in. Kumru deed haar master genderstudies aan de Central European University in Boedapest, de aan de Soros Foundation gelieerde universiteit die gedwongen naar Wenen is uitgeweken. Betül kende Nederland van de Interrail-reizen die ze door Europa maakte. ‘Amsterdam beviel me van alle steden die ik aandeed het meest.’ Ze is nu bezig met de afronding van haar promotieonderzoek aan de Universiteit van Amsterdam.

Ayça, die uit een ultranationalistische familie komt, had tijdens haar studie en in de eerste jaren dat ze als ingenieur voor het toonaangevende defensiebedrijf Asalsan in Ankara werkte juist geen enkele interesse om haar kennis in het buitenland te verbreden. ‘Ook al ben ik niet zo patriottisch als mijn ouders, ik heb lange tijd gedacht: Turkije is mijn land, mijn thuis en het Turks is mijn taal. Hier ga ik carrière maken. Hier kan ik van grotere betekenis zijn dan in het buitenland.’ Mehmet werkte na zijn studie twintig jaar als ingenieur in Istanbul, onder meer bij het witgoedbedrijf Arcelik. ‘Turkije is mijn comfortzone, de wereld waarin ik thuis ben en waarin ik thuis hoor.’ Tot hij vier jaar geleden, onder andere uit weerzin tegen het competitieve onderwijssysteem in Turkije en de problemen die zijn jongste dochter daarvan ondervond, met zijn vrouw en twee dochters alsnog de overstap naar asml in Veldhoven maakte, wereldleider in de productie van chips.

asml heeft in de afgelopen jaren veel Turkse ingenieurs naar Nederland gehaald die in de prestigieuze defensie-industrie in Ankara werkten. Voor de afspraak met ons heeft Ayça een restaurant op zo’n kilometer afstand van de campus van asml in Veldhoven gekozen. ‘Ik ken niet al mijn Turkse collega’s, maar het komt regelmatig voor dat we tijdens een overleg enkel met Turken om de tafel zitten en besluiten om van het Engels, de taal op de werkvloer, naar het Turks over te stappen.’

Centraal in alle negen verhalen staat de verarming van de Turkse middenklasse als gevolg van de hyperinflatie, ruim 85 procent vorig jaar. Wat ze in verschillende bewoordingen betogen is dat het falende economische en financiële beleid van president Recep Tayyip Erdogan en zijn regerende AK-partij beslist niet het enige, maar veelal wel het doorslaggevende motief was om te vertrekken. ‘Ik had ervoor kunnen kiezen om me in een seculiere bubbel terug te trekken en de repressieve politiek zo op afstand te zetten, maar toen het de laatste jaren ook voor hoogopgeleiden economisch steeds moeilijker werd om financieel het hoofd boven water te houden, trok een baan met een waardevast inkomen in Europa me over de streep’, licht Bengisu haar motieven toe.

Ekin, die in Istanbul in de financiële sector werkte, nu een master aan de Universiteit van Tilburg afrondt en inmiddels een baan heeft in Rotterdam, zegt: ‘De waarde van mijn inkomen in Turkije kromp elke dag verder. Ook al behoorde ik tot het hoogst opgeleide deel van de samenleving en werkte ik van de vroege morgen tot de late avond, er bleef steeds minder over om een redelijke levensstandaard van te kunnen realiseren. En dat mag ik op basis van mijn studie en werkervaring toch wel als een recht beschouwen.’

Kumru, die samen met haar man, ook academicus, naar Nederland kwam, laat er eveneens geen misverstand over bestaan. ‘De politieke situatie in Turkije verslechterde. We werden steeds ongelukkiger. Maar wat ons uiteindelijk motiveerde om te vertrekken was de voortdurende daling van de lira. Na ons huwelijks besloten we om niet te investeren in Turkije – in een huis, de inrichting – maar in plaats daarvan in het buitenland een financiële buffer op te bouwen.’

Ook voor Hilal, die in Turkije voor ngo’s werkte, waren werk en een fatsoenlijk inkomen de belangrijkste redenen om een visum voor een zoekjaar in Nederland aan te vragen. Buitenlandse studenten kunnen na hun studie een verblijfsvergunning voor een zoekperiode in Nederland aanvragen: deze is geldig voor één jaar en ze hebben gedurende dat jaar geen werkvergunning nodig om hier te werken. Zolang ze een baan hebben, mogen ze vervolgens in Nederland blijven. ‘Begrijp me goed’, zegt Hilal, ‘het was geen gemakkelijke beslissing om Turkije te verlaten. Maar in de civil society in Turkije is het onmogelijk om een inkomen te verdienen waarmee ik een zelfstandig bestaan kan opbouwen. Bovendien wordt mijn werk er niet als een echte baan, als een carrière gezien, maar als een hobby, iets wat je in je vrije tijd doet.’

Ekin - ‘De waarde van mijn inkomen in Turkije kromp elke dag verder.’ Rotterdam, 11 augustus

Onderzoek van onder meer de Konrad-Adenauer-Stiftung bevestigt dat de wens om naar het buitenland te vertrekken breed leeft onder jonge mensen in Turkije. Hun onderzoeksrapport uit 2021 vermeldt dat zelfs 72,9 procent dat ideaalbeeld koestert. De economische crisis in hun land, de wegzakkende munt – de lira heeft ten opzichte van de dollar en de euro nog maar de helft van de waarde van anderhalf jaar geleden – wordt als hét bepalende motief genoemd. ‘De belangrijkste reden waarom jonge mensen momenteel aan een topuniversiteit in Turkije willen studeren, is dat ze zo een goede cv kunnen opbouwen voor een baan in het buitenland’, zegt Başar.

Wat de Turkse expats in Nederland nog meer gemeen hebben, is dat niets hen verbindt met het Turkije van president Erdogan. Ze hangen, in tegenstelling tot Erdogans al ruim twee decennia regerende religieus-conservatieve AK-partij, een seculiere, moderne levensstijl aan. Ze maken zich zorgen om het stijgende aantal voorvallen van femicide in hun land, de vele vrouwen die worden gedood door hun echtgenoot of een mannelijk familielid, de groeiende onveiligheid ’s avonds voor vrouwen op straat en de ongelijke positie van de vrouw in het algemeen. Merve en Mehmet maakten zich zorgen over de toekomst van hun dochters.

De Turkse kenniswerkers ervaren dat ze cultureel en politiek mijlenver afstaan van hun landgenoten die eerder in Nederland arriveerden

‘Verder komen we op voor de rechten van homo’s en anderen die niet in het conservatieve plaatje van Erdogan passen’, vult Mehmet aan in een gesprek op de veranda van zijn rijtjeshuis in Veldhoven. ‘We zien dat de haat en het geweld in Turkije tegen deze mensen toenemen.’ Hilal ervoer in de jaren voor ze naar Nederland vertrok dat de civil society sector in Turkije zodanig onder druk was komen te staan dat het nauwelijks nog mogelijk was om campagne te voeren. ‘Ik kom op voor vrouwen-, kinder- en lhbt-rechten, waar deze regering vijandig tegenover staat.’

Maar wat ook meespeelde is dat ze niet langer de hoop koesteren dat ze het politieke tij in hun geboorteland kunnen keren. ‘En als je de hoop verliest’, zegt Mehmet, ‘zoek je naar alternatieven.’ Başar: ‘Ook als Erdogan en zijn AK-partij de verkiezingen dit voorjaar hadden verloren en er andere politieke partijen aan de macht waren gekomen, zou het nog zeker vijftien jaar duren voordat er echt iets zou veranderen. Turkije is een hopeloos gepolariseerd land.’ Bengisu: ‘Ik ben, net als mijn vrienden, doodziek van de politiek van Erdogan. Omdat we niet voor hem zijn en protesten bijwonen, worden we tot als terrorist gelabeld. Zelfs voor het ongehuwd samenleven met een man word je door het electoraat van Erdogan gehekeld.’

Ook Kumru ervoer een toenemend gevoel van onveiligheid in eigen land. Voor het werk aan een particuliere universiteit in Istanbul onderhield ze contacten met ngo’s, waaronder de Anadolu Kültür Merkezi van de filantroop en zakenman Osman Kavala. Hij zit al jaren achter de tralies op grond van gefabriceerde aanklachten, onder meer dat hij de Gezi-protesten in 2013 zou hebben gefinancierd. ‘Je weet dat je op grond van die contacten in de gaten wordt gehouden.’

Zonder uitzondering voelen ze zich buitengesloten in hun eigen land. ‘Istanbul is mijn thuis’, zegt Kumru, ‘maar als een steeds groter deel van de mensen je het gevoel geeft dat je niet wordt getolereerd, als je het niet langer als een veilige plek ervaart, dan wijk je uit naar het buitenland om daar die veilige plek te creëren.’ Wat hen het meeste steekt is dat Erdogans aanhang het volste recht meent te hebben om hun religieuze en politieke denkbeelden aan de rest van het land op te leggen. Başar refereert aan een gewelddadig incident dat vrienden in zijn geboortestad Izmir tijdens de ramadan meemaakten. ‘Ze dronken een biertje in een park en werden vanuit het niets door religieuze mannen in elkaar geslagen.’ De heftigheid van het geweld veranderde zijn perspectief op Turkije. ‘Het idee dat ze meenden het recht aan hun kant te hebben, dat ze mijn vrienden bij wijze van spreken voor een biertje tijdens de ramadan dood hadden mogen knuppelen, is zo fout.’

De algemene verwachting is dat de exodus van hoogopgeleide witte boorden verder toeneemt nu de positie van Erdogan na zijn herverkiezing eind mei verder is versterkt en hij, om het begrotingstekort te dichten, de consumptieve belastingen fors heeft verhoogd. ‘Eigenlijk is het al sinds de Gezi-protesten in 2013 duidelijk dat de politieke situatie er niet beter op wordt’, zegt Zeynep Yanasmayan. Ze promoveerde in 2013 op de migratie van hoogopgeleide Turken en werkt nu als senior onderzoeker bij het centrum voor integratie- en migratieonderzoek DeZim in Berlijn. Ze bevestigt het beeld dat de verslechterde economische situatie in Turkije een steeds belangrijkere factor is geworden om te migreren. ‘Net als het collectieve gevoel van machteloosheid om in Turkije ook maar iets te kunnen veranderen. Het is niet dat deze mensen direct het gevaar lopen om achter de tralies te verdwijnen, maar hun denk- en levensruimte wordt wel steeds kleiner.’

Volgens Yanasmayan zijn migratiemotieven altijd een combinatie van rationele afwegingen en emoties. Hoe verstandelijk de mensen die wij interviewden ook vertellen over hun motieven om hun geboorteland te verlaten, op de achtergrond sluimeren gevoelens van pijn, frustratie en ongemak. Ze behoren tot het best opgeleide deel van Turkije en ze kunnen hun kennis en kunde niet inzetten voor de ontwikkeling van hun eigen land. De meerderheid was, als Turkije een meer democratisch en seculier land was geweest, gebleven of er na een verblijf in het buitenland naar teruggekeerd. ‘Mijn vader zegt steeds tegen mij: “Jonge mensen zoals jij, het best opgeleide deel van Turkije, de mensen met de beste cv’s, zouden niet moeten hoeven te emigreren”’, zegt Başar.

‘Op termijn zou ik dolgraag terug willen naar Turkije, een bijdrage leveren aan de civil society-beweging daar, maar niet zolang het er niet veilig is’, zegt Hilal. Tegelijkertijd voelt ze zich niet schuldig dat ze is weggegaan. ‘Het is mijn land en ik heb het recht er te leven, maar als het zo ver afstaat van de vrijheden waar ik voor sta, dan is het zaak voor jezelf te kiezen, voor je eigen ontwikkeling.’ Voor Bengisu is het gevoel dat ze wat voor Turkije zou willen doen de reden dat ze het contact met achtergebleven vrienden en familie niet verliest. ‘Wellicht komt er een moment dat ik daadwerkelijk terugga.’ Ook Kumru had liever in Turkije willen blijven, om van haar land een rechtvaardiger en veiliger plaats te maken. ‘Maar als dat niet mogelijk blijkt, moet je een knoop doorhakken. Je hebt maar één leven.’

Ayça maakte een vergelijkbare afweging. ‘Ik ben zo vaak verhuisd tijdens mijn middelbareschooltijd en studie dat het idee dat ik mijn spullen opnieuw in verhuisdozen moest pakken me al ziek maakte.’ Dat veranderde toen ze zich als ingenieur steeds minder op haar plek voelde bij defensiebedrijf Asalsan. ‘Ik had gezien hoe tijdens de Gezi-protesten jonge mensen werden doodgeschoten, enkel omdat ze protesteerden. In de jaren daarna verdwenen steeds meer mensen die zich verzetten tegen het onrecht en de corruptie van het Erdogan-bewind achter de tralies.’ Ze omschrijft het als ‘the cruelty of the dictatorship’.

Ze voelde zich er steeds ongemakkelijker onder, vooral ook toen Turkije, als onderdeel van de binnenlandse strijd tegen de Koerden, Koerdische gebieden in Syrië aanviel. ‘Ik wilde bijdragen aan de ontwikkeling van de defensietechnologie zodat Turkije in staat is zichzelf te verdedigen.’ Met de oorlogsvoering van het Turkse leger in Syrië werd dat idee onderuitgehaald. Ayça stak op haar werk haar kritiek en haar afkeer van het bewind van Erdogan niet onder stoelen of banken. Desondanks werd ze door haar collega’s in de ondernemingsraad van haar bedrijf verkozen. ‘De dag daarna werd ik meteen door de hoogste baas op het matje geroepen. Ik begreep dat het beter was om mijn biezen te pakken en te emigreren.’

Ondanks pogingen van Erdogan om hoogopgeleide Turken in het buitenland te verleiden om terug te keren – zo stelde hij academici omvangrijke onderzoeksfondsen in het vooruitzicht – geloven de mensen met wie we spraken niet dat het hem daadwerkelijk spijt dat ze zijn vertrokken. In eerdere uitspraken, die hem op veel kritiek kwamen te staan, heeft hij dat ook expliciet gezegd. Başar: ‘We stemmen immers toch niet voor hem.’ Bengisu denkt dat het Erdogan zelfs wel goed uitkomt dat mensen zoals zij het land verlaten. Betül: ‘Ik drink bier en tegelijkertijd ben ik moslim. Maar in de ogen van Erdogan en zijn electoraat ben ik geen echte moslim, geen echte Turk.’ Voor Ayça zijn het ‘politieke praatjes die ze niet koopt’.

De Turkse Informatica Stichting kwam recent met een alarmerend onderzoeksrapport: de meest productieve onderzoekers verdwijnen naar het buitenland terwijl minder productieve onderzoekers geneigd zijn naar Turkije terug te keren. Dit betekent dat Turkije zijn toptalenten verliest en minder goed presterende onderzoekers terugkrijgt, aldus het rapport.

Volgens migratieonderzoeker Yanasmayan vormt de toenemende kennisvlucht wel degelijk een aderlating voor Turkije. Officieel vertrokken in 2022 139.531 Turken, een verhoging van veertig procent ten opzichte van het jaar daarvoor. Ruim 55 procent daarvan zijn mannen, en 45 procent is vrouw. Yanasmayan betwijfelt – om zo het probleem bewust te bagatelliseren – of de officiële cijfers de groeiende omvang van de kennisvlucht daadwerkelijk weerspiegelen. De zorg in Turkije over de braindrain richt zich volgens haar evenwel minder op de kennismigranten die werkzaam zijn in de zakelijke dienstverlening, de ICT en de universitaire wereld, maar in toenemende mate op de groeiende groep medici die het land verlaten. ‘In die sector lijkt het écht te gaan knellen.‘

Merve, die een dikke vijf jaar geleden met haar man en dochter in Maarssenbroek neerstreek, is zo’n arts. Door de baan van haar man konden ze met hun toen eenjarige dochter naar Nederland uitwijken. Ze is opgeleid als basisarts en werkte drie jaar in een ziekenhuis in Istanbul. ‘Een zeer stressvolle baan’, vertelt ze. ‘Dagelijks waren er incidenten met agressieve patiënten. Arts worden was mijn droom, ik wilde helpen, niet constant discussiëren.’ Ze spreekt inmiddels goed Nederlands en is bezig met de opleiding om haar big-registratie te halen, zodat ze hier als arts aan de slag kan. Tegelijkertijd werkt ze parttime bij een particulier bloedafnamebedrijf. Merwe ziet in haar netwerk dat ook de groep Turkse artsen in Nederland, die net als zij in het kader van de gezinshereniging met hun partner konden meereizen, de afgelopen jaren is gegroeid. ‘Ik sta via een WhatsApp-groep in contact met 133 Turkse medici die net als ik bezig zijn met het behalen van hun big-registratie.’

Volgens migratieonderzoeker Yanasmayan is de toenemende kennisvlucht wel degelijk een aderlating voor Turkije

Het feit dat ze hier al vrienden hadden was voor een deel van onze gesprekspartners de reden waarom ze expliciet voor Nederland kozen. Voor Ayça en bijvoorbeeld Mehmet gold dat niet. Er werd hun hier een baan aangeboden. Zonder uitzondering hebben alle negen hun plek gevonden in Nederland. Mehmet noemt Nederland de ideale plek op aarde voor de kennismigrant. ‘Het gunstige belastingklimaat, de mogelijkheid om overal Engels te spreken en de hoge levenskwaliteit.’ Hilal, Başar en Betül vinden het een verademing dat ze niet langer urenlang in de file in Istanbul hoeven te staan. Hoewel ze ook nu in de stad wonen, kunnen ze op de fiets naar hun werk. Merwe zegt dat de grootschaligheid van Istanbul en de vele files hen zelfs verhinderden om vrienden uit andere stadsdelen te zien. ‘Voor een bezoekje ga je niet zo snel twee uur in de auto zitten.’ Voor Bengisu maakte de kleinschaligheid dat ze koos voor Nederland en niet voor Londen, waar ze ook een baan kreeg aangeboden.

De balans tussen werk en vrije tijd in Nederland wordt ook geroemd. Merve: ‘In Turkije is het uitgesloten dat je parttime kunt werken. Hier is dat zelfs voor artsen geen probleem.’ Başar vindt het vooral een verademing dat hij zich hier vrijelijk kan uitspreken. ‘Ik had er mijn buik meer dan vol van dat ik in Turkije voortdurend werd beoordeeld en veroordeeld door het heersende deel van de samenleving.’

Een meerderheid heeft in Nederland inmiddels een huis gekocht, anderen denken erover. Dat vrijwel iedereen hier Engels spreekt, wordt ook door anderen als een belangrijk voordeel gezien. ‘Als ik naar Italië was verhuisd, was het moeilijker geweest om mijn draai te vinden’, vermoedt Bengisu. Tegelijkertijd stimuleert het hen niet om Nederlands te leren. Başar, die hier het kortst van iedereen is, is meteen na aankomst begonnen met Nederlands te leren. ‘Anders blijf je maar in die expatbubbel hangen.’ Ook Hilal doet pogingen, maar omdat ze in Amsterdam woont, waar vrijwel iedereen Engels kent, heeft ze nauwelijks de gelegenheid om haar Nederlands te verbeteren.

Mehmet heeft zijn twee dochters om die reden bewust op een Nederlandse school gedaan. ‘We blijven hier in ieder geval totdat zij hun universitaire opleiding hebben afgerond. Dan kunnen ze zelf beslissen waar ze willen wonen.’ Al beseft hij dat hij, zijn vrouw en hun dochters vreemden zullen blijven in Nederland. ‘Integratie is niet mogelijk, eerder adaptatie. Eerder kwamen er ongeschoolde arbeiders uit Turkije, nu mensen met hersenen. Maar de sociale dynamiek is hetzelfde. We blijven buitenlanders die hier alleen getolereerd worden omdat we nodig zijn voor de economie.’

Volgens onderzoeker Yanasmayan worden Turkse immigranten in Duitsland en Nederland, ook nu ze hoogopgeleid zijn, nog steeds geassocieerd met de klassieke gastarbeider. ‘Het blijkt voor de gemiddelde Duitser of Nederlander moeilijk te beseffen dat de Turkse migratie naar West-Europa in de afgelopen jaren fundamenteel is veranderd.’

Er is nog een ander, net zo gevoelig onderwerp: naturalisatie. Bengisu: ‘Binnen zes maanden na het verkrijgen van het Nederlanderschap moet je je Turkse nationaliteit opgeven. Dat is best een ding voor mij. Maar ik denk dat als ik hier vijf jaar ben, ik er wel uit ben wat ik ga doen.’ Merwe en haar man, die hier al ruim vijf jaar zijn, hebben het proces al afgerond. ‘De koning heeft al getekend. Het wachten is alleen nog op de ceremonie waarop we onze paspoorten uitgereikt krijgen.’ Başar zegt dat hij zich hier wil vestigen en de Nederlandse nationaliteit zal aanvragen. Hilal heeft ook geen twijfels.

‘De redenen om te vertrekken en de redenen om in het nieuwe land te blijven, zijn twee verschillende processen’, weet Yanasmayan. ‘Door de ervaringen die je opdoet, veranderen je ideeën over hoe je wil leven. Waren bij vertrek het verslechterde politieke en economische klimaat in Turkije belangrijke motieven, bij de vraag of je blijft geeft het verschil in de kwaliteit van leven in beide landen de doorslag. Dat ga je vergelijken.’

Hun positie als Turkse expat is bepalend voor met wie ze hier omgaan. Betül: ‘Ik ga vooral om met andere Turkse expats. We begrijpen elkaar.’ Voor Mehmet is dat de reden waarom zijn sociale netwerk weinig divers is. ‘Het is niet dat ik iets tegen Nederlanders heb en daarom geen Nederlandse vrienden heb, maar we hebben geen gemeenschappelijke gespreksonderwerpen.’ Merwe heeft het wel geprobeerd, ook met stellen van wie de één een Turkse en de ander een Nederlandse achtergrond heeft. ‘Maar mijn grapjes werden niet begrepen. Ik realiseerde me dat we niet dezelfde achtergrond hebben.’

Voor alle geïnterviewden is het gebrek aan gemeenschappelijkheid de belangrijkste reden waarom ze geen aansluiting zoeken bij Turkse Nederlanders. Hilal: ‘Zij zitten in een volstrekt andere bubbel dan wij, Turkse expats. Zij zijn hier opgegroeid en wij in Turkije. We hebben verschillende achtergronden.’

Yanasmayan vindt de scheiding tussen de verschillende delen van de Turkse migrantengemeenschappen een van de opmerkelijkste ontwikkelingen die ze ook in Duitsland observeert. ‘Natuurlijk is de migratieachtergrond van beide groepen verschillend en is het verschil in sociale status groot.’ Tegelijkertijd staat het voor haar als een paal boven water dat de huidige instroom van Turkse kenniswerkers naar West-Europa direct verbonden is met de eerdere Turkse immigratiestromen. ‘Turkse kennismigranten ontkennen het feit dat hun migratie alleen mogelijk is door die eerdere migratie, vanwege de route en de transnationale ruimte die door die eerdere groep tot stand is gebracht. Waarom gaan Turkse kennismigranten niet naar het Verenigd Koninkrijk, maar juist naar Duitsland en Nederland? Heus niet omdat ze op de middelbare school in Turkije Duits en Nederlands hebben geleerd.’

De Turkse kenniswerkers die wij spraken, ervaren dat ze cultureel en politiek mijlenver afstaan van hun landgenoten die eerder in Nederland arriveerden. Kumru doet om die reden zelfs niet langer boodschappen in een Turkse supermarkt. ‘Na de recente presidentsverkiezingen zei de eigenaar expliciet tegen mij: “Wat goed dat Erdogan heeft gewonnen.” Ze kwamen twee generaties geleden naar Nederland en maken zich niet druk om het gebrek aan mensenrechten in Turkije. Ze vinden vrijheid van meningsuiting schijnbaar niet belangrijk. Het kost me nog steeds moeite om niet emotioneel te worden als ik ze hoor zeggen dat ze op Erdogan hebben gestemd.’

Lees ook:

Een deel van de geïnterviewden koos ervoor om met een gefingeerde voornaam te worden aangeduid. De volledige namen zijn bij de redactie bekend.