Terug naar de krant

Wat was het ongewenste gedrag van Nilüfer Gündogan?

Leeslijst achtergrond

Volt en Gündogan De jonge politieke partij Volt zakt diep weg in een interne crisis door de kwestie rondom Kamerlid Nilüfer Gündogan. Maar wat de dertien melders van ongewenst gedrag hebben meegemaakt, daar gaat het niet langer over. Vijf van hen vertellen nu, voor het eerst, hun verhaal.

Leeslijst

Wie bij Volt werkt, is meestal jong, hoogopgeleid, verbaal sterk. Volt-medewerkers vertellen dat ze trots zijn op hun Europese blik, hun idealisme. Ze zeggen dat ze ánders aan politiek willen doen, zonder geroddel, trucjes, zonder boos te zijn. Het zijn ook vaak mensen aan het begin van, zo hopen ze, een lange politieke carrière. Ze krijgen kansen, ze mogen meepraten in calls met de partijtop, campagnes bedenken, speeches schrijven. Je hoort woorden als ‘tof’, ‘inspirerend’, ‘droombaan’.

Er is ook een keerzijde, zeggen Volt-medewerkers die aan dit verhaal meewerkten. De partij is nieuw en nog ongestructureerd. Jonge mensen krijgen meteen verantwoordelijkheden, maar belanden snel in kwetsbare posities. Een jonge medewerker zegt: „Veel dingen gebeuren zonder dat we er ervaring mee hebben. Dat is leuk, maar achteraf denk ik: hadden we hier als partij maar eerder over nagedacht.”

Dertien mensen meldden zich sinds februari bij integriteitsbureau Bing met klachten over Tweede Kamerlid Nilüfer Gündogan, de nummer twee van de partij. Volt had Gündogan geschorst als lid van de fractie wegens klachten over ‘grensoverschrijdend gedrag’, en het bureau gevraagd om onderzoek te doen. Gündogan vocht haar schorsing aan bij de voorzieningenrechter, die haar vorige week dinsdag gelijk gaf. Partijleider en fractievoorzitter Laurens Dassen maakte de schorsing ongedaan en bood Gündogan excuses aan.

Interne crisis

De partij zakt elke dag dieper weg in een interne crisis. Volters vragen zich af: kan het partijbestuur aanblijven? Is Dassen nog zeker van zijn positie? Maar de dertien mannen en vrouwen die een melding deden, over hen gaat het niet langer. Dassen had het over „handtastelijkheden, ongewenste seksuele avances, intimidatie en misbruik van positie”. Maar wat er precies gebeurd is, hún verhaal, dat bleef onduidelijk.

NRC sprak de afgelopen weken in afzonderlijke gesprekken met vijf melders en vijf andere, direct betrokkenen. Ze vinden het moeilijk hun verhaal te doen. Sommigen vragen zich af: heb ik wel duidelijk gezegd dat ik haar gedrag grensoverschrijdend vond? Soms zijn ze bang voor de gevolgen, bijvoorbeeld voor hun carrière. Ze noemen haar grillig, onberekenbaar. Ze heeft veel vrienden in de partij, onder wie geldschieters. Daarom willen ze hun naam niet in de krant. Op de vraag waarom hij toch praat, zegt een medewerker: „Ze is Kamerlid, ze heeft macht. Zo ga je niet om met medewerkers die hun eerste baan hebben.” Een ander zegt: Het past niet bij de idealen van Volt dat zulke zaken onbesproken blijven.

In maart vorig jaar kwam de partij onverwachts met drie zetels in de Tweede Kamer. Met, volgens een melder, „op papier het perfecte plaatje”: drie Kamerleden die alledrie een andere kant van Volt laten zien. Dassen was er voor de nuance, Marieke Koekkoek voor de inhoud, Nilüfer Gündogan voor de bevlogenheid, het idealisme. Maar op de eerste dag zei een Volt-medewerker tegen een collega: „Wij gaan niet met drie Kamerleden eindigen.”

Er was toen al veel gebeurd. Op 6 juni 2020 was Dassen gekozen tot lijsttrekker. Gündogan, ook kandidaat, had het niet gered. Die avond, het was haar verjaardag, nodigde ze verschillende Volters bij haar thuis uit. Jonge mensen, twintigers, die haar hadden gesteund of actief campagne voor haar hadden gevoerd. Ze vonden Laurens Dassen in de woorden van één melder „te genuanceerd”, en geloofden in Gündogan. Bijna alle melders zeggen haar ooit bewonderd te hebben om haar temperament en bevlogenheid. „Spreek je uit!”, had ze aanmoedigend gezegd tegen een vrouwelijke Volter.

Die avond had Gündogan te veel gedronken, zeggen verschillende getuigen. Ze lag op de grond, volgens een aanwezige „ontroostbaar”. Ze zagen dat ze mensen om de hals viel, over haar seksleven praatte. Een van de Volters, een man, werd in zijn nek gezoend. De man had al eerder te maken gehad met ongewenst seksueel gedrag, vertelt hij. In 2019, in de tijd van de Europese verkiezingen, had Gündogan in een dronken toestand een arm om zijn middel geslagen en volgens hem gezegd dat ze al lang geen seks meer had gehad, en zin had in seks met hem. De man zegt dat hij het eerst weglachte. Later ging hij erover nadenken. Het was intimiderend. „Ik heb er met niemand over gepraat, dan moest ik de confrontatie aan. Ik dacht: stel je niet aan. Ik dacht ook: het wordt een belangrijke tijd, we hebben haar vuur nodig in de Kamer. Ik had het helemaal goedgepraat voor mezelf.” Hetzelfde gebeurde met een andere Volter die veel met haar optrok. Die kreeg in de late avond een telefoontje, waarin Gündogan een seksueel verzoek deed. Ook hij lachte het eerst weg. Tot een andere Volter zei: ‘Gast, dit kan niet’. Die bevestigt dit verhaal.

Problematische jeugd

Nilüfer Gündogan (1977) verhuisde op anderhalfjarige leeftijd van Turkije naar Weert, waar haar vader in een fabriek werkte. Op tv vertelde ze later over haar problematische jeugd. „Drie jaar van mijn jeugd zijn gewoon verdampt door het geweld van mijn vader.” Politiek wilde ze haar levensverhaal positief inzetten, zo laat ze zich inspireren door „rechtvaardigheid”, zei ze. Zo nam ze het op tegen de tabakslobby.

Gündogan werd in 2009 lid van D66 en was bestuurslid in Amsterdam. Ze deed een mislukte poging om lijsttrekker te worden van D66 bij de stadsdeelraadverkiezingen in 2014. Later sloot ze zich aan bij Volt, die in 2018 werd opgericht. Medewerkers zeggen dat ze meteen opviel: ze was wat ouder, had politieke ervaring en een aangrijpend levensverhaal. Ze werd nummer twee op de kandidatenlijst voor de Europese verkiezingen – Volt haalde nog geen zetels.

Vanaf het begin had Gündogan het vermogen jonge mensen aan zich te binden. Nilüfans, noemden ze zich. Bijna alle melders vertellen dat zij ook een tijdje in haar kringen verkeerden. In de EU-campagne kwam een keerzijde naar boven. Volters noemen haar „intens”, ze belde voortdurend. Gündogan, zeggen melders onafhankelijk van elkaar, kreeg woedeuitbarstingen, onder meer tegen een andere kandidaat. Een medewerker zegt dat ze langdurig geïntimideerd is door Gündogan. „We waren veel samen in één ruimte en toen heeft Nilüfer me een paar keer op mijn billen geslagen.” De medewerker was zeventien. Gündogan zegt zelf in een reactie dat ze zich niet kan herinneren ooit iemand op de billen te hebben geslagen die minderjarig was.

De medewerker zegt zelf: „Het gebeurde, dat weet ik vrij zeker, niet met een seksuele intentie, het was overduidelijk bedoeld als intimidatie. Ik schrok heel erg. Ze deed het steeds met een glimlach. Ik weet nog dat ik thee aan het maken was. Ze stond naast me en zei: ‘heb je er een beetje zin in vandaag?’ en dan zo’n klap.” De medewerker zei het tegen de voorzitter van Volt, toen nog Laurens Dassen, en twee andere collega’s. Ze kreeg het advies: confronteer haar ermee. Ze vindt dat nu „onbehoorlijk”. Het voelde alsof ze er alleen voor stond. Laurens Dassen zegt nu: „Ik heb toen een wandeling gemaakt en dit met deze Volter besproken. Zij gaf aan dat ik niet tot actie hoefde over te gaan, maar ik realiseer me nu dat ik die verantwoordelijkheid niet bij een minderjarige had mogen leggen.”

In een teambuildingsweekend van Volt, in de campagne voor de Tweede Kamer, kwam een bemiddelaar langs. Ze moesten elkaar in de ogen kijken, wandelen. De jonge medewerker vertelde in de groep dat ze zich niet gerespecteerd voelde door Gündogan. „Zij werd woedend en schold me uit. Ze zei dat ik een snotneus was, een kind. Dat ik gevaarlijk was voor de partij, en dat ik naar haar moest luisteren.” De medewerker zegt dat ze in tranen uitbarstte. Niemand greep in.

Fractievoorzitter Laurens Dassen van Volt staat de media te woord na het kort geding van partijgenoot Nilüfer Gündogan.
Foto Phil Nijhuis/ANP

Dronken in een taxi gezet

Volters vertellen over vergelijkbare incidenten op internationale partijbijeenkomsten in Sofia, Rome en Lissabon: Gündogan was dronken en moest een taxi worden ingezet. Er waren schreeuwpartijen. Een vrouwelijk Volt-lid vertelt over een reis naar Lissabon: „We omhelsden elkaar, ik was zelf ook aangeschoten. Het werd zeer intiem. Mensen om me heen, Nilüfans, stonden te kijken, met een blik van: wat is dit?” Gündogan pakte de medewerker in die omhelzing bij haar billen. „Op het moment was het bijna grappig. Later dacht ik: wat als een man dit had gedaan?”

Drie maanden voor de Tweede Kamerverkiezingen stond de partij er slecht voor in de peilingen. Gündogan vond dat dat aan Dassen lag. Hij was te onzichtbaar op sociale media en betrok haar te weinig in de campagne. Ze nam het initiatief tot een brandbrief aan het partijbestuur, die ook door de kandidaten op de plekken drie, vier en vijf werd ondertekend. In de brief, „niet bedoeld als aanval op Laurens als persoon”, stond dat de kandidaten ontevreden waren over Laurens Dassen. „Laurens hoeft niet zo actief op Twitter te worden als Nilüfer, maar we doen een oproep op social media meer zichtbaar te worden als het gezicht van Volt.” Betrokkenen zeggen dat de brief leidde tot een vertrouwensbreuk tussen Dassen en Gündogan.

De Tweede Kamerverkiezingen werden een groot succes, uit het niets haalde Volt drie zetels. Gündogan kreeg 41.352 voorkeurstemmen. Op de uitslagenavond in Den Haag werd geen alcohol geschonken, het partijbestuur zegt dat dat was om te voorkomen dat Gündogan te veel zou drinken. De laatste weken van de campagne en de eerste maanden na de verkiezingen, zeggen veel Volt-medewerkers, waren de gelukkigste. Gündogan was vanaf het begin een opvallend Kamerlid en haalde vaak de pers. Laurens Dassen was na twee maanden in een peiling de meest gewaardeerde politicus in Den Haag, op Pieter Omtzigt na.

Maar intern liepen de spanningen op. Gündogan maakte volgens meerdere bronnen in fractievergaderingen opmerkingen over het uiterlijk van collega’s. Kamerlid Marieke Koekkoek zag er onverzorgd uit. Dassen vond ze te mager, hij moest meer eten. Ze maakte in apps grappen over vrouwelijke politici die volgens haar overgewicht hebben. De problemen met medewerkers ontstonden bij de voorbereiding van een debat over de voorjaarsnota. Toen viel ze uit, omdat twee van hen volgens haar een slechte ‘inbreng’ hadden geschreven. De medewerkers hadden er een week aan gewerkt. Volgens een betrokkene gooide ze hun werk in de prullenbak.

Lees ook Nilüfer Gündogan blijft strijdlustig: ‘Ik zal mijn pijn omzetten in politiek’
Nilüfer Gündogan en advocaten Geert-Jan en Carry Knoops voor aanvang van het kort geding.

Machtsrelatie

Met haar naaste medewerker ging Gündogan in het verleden vriendschappelijk om. Met enkele anderen zaten ze in een appgroep die Griekse Pornovilla heette. Maar, zeggen betrokkenen nu, die vriendschap werd een machtsrelatie waarbij de medewerker het doelwit was. Gündogan maakte toespelingen op zijn homoseksualiteit, ook toen hij aangaf dat hij dit niet meer wilde. Toch bleef zij hem „meid” noemen, ook waar anderen bij waren. Toen ze met Kamerpersoneel de indeling van de kamers besprak, zei ze: „O, we zitten in de kelder. Dat geeft niet, want hij houdt wel van kelders.”

De medewerker werd op de gang van de Tweede Kamer aan zijn billen betast door Gündogan. De medewerker reageerde niet. Het was eerder gebeurd, toen hij nog niet voor haar werkte. Ook zou ze tijdens fractie-dagen in de zomer, toen fractiemedewerkers bij een kampvuur zaten, tegen hem en een mannelijke collega hebben gezegd: ‘Doen jullie je zwembroek maar uit.’ De medewerker werd steeds meer het doelwit van Gündogan, zagen collega’s. Ze sloot een keer de deur van hun gezamenlijke werkkamer, leunde voorover op het bureaublok en schreeuwde hem toe. Ze zei tegen anderen dat hij een slechte medewerker was. Collega’s hadden medelijden met hem, niemand greep in. Na bemiddeling ging de medewerker op een andere kamer werken.

Dassen de vredebewaarder

Gündogan deed „meervoudige verzoeken” de medewerker een officiële waarschuwing te geven, staat in een interne mail van de ambtelijk secretaris van Volt aan de fractie. Dat is nooit gehonoreerd door deze ambtelijk secretaris, blijkt uit correspondentie. Ook wilde Gündogan dat zijn contract niet verlengd werd. De medewerker is nog steeds in dienst.

Het steekt medewerkers dat de partijtop niet of te laat ingreep. Het idee ontstond dat haar gedrag werd getolereerd en de partijtop alles aan Dassen overliet. Die handelde volgens hen „als een enorme vredebewaarder”. Vaak vond de partijtop dat er geslikt moest worden. Bijvoorbeeld in de campagne van 2021, toen Gündogan op straat tegen Dassen had geschreeuwd. Hierna kwamen er, erkent het bestuur, „gesprekken, mediation en coachingsessies”.

Het bestuur en Dassen erkennen tegen NRC dat ze „de risico’s van het door Nilüfer vertoonde gedrag [hebben] onderschat. We bieden daarom onze excuses aan aan alle melders en iedereen die hierdoor geraakt is.” En: „Wij zullen niet verzuimen de nodige consequenties te verbinden aan de uitkomst [van het onderzoek].” Het bestuur heeft voor over een paar maanden een algemene ledenvergadering uitgeschreven, die, zeggen medewerkers, vooral in het belang van Gündogan is. Daar kan ze het leiderschap van Dassen ter discussie stellen.

De voorzieningenrechter oordeelde vorige week dat Volt „in de hele affaire te voortvarend een onjuiste weg heeft bewandeld”. De „jonge en relatief onervaren partijleiding” is „te hard van stapel gelopen” na de uitzending van BOOS over seksueel overschrijdend gedrag bij The Voice, staat in het vonnis. De schorsing van Gündogan als fractielid had niet mogen gebeuren.

Lees ook #MeToo op het Binnenhof: jouw woord tegen dat van een Kamerlid
Het gebouw van de Tweede Kamer.  Hoe veilig zijn ondergeschikten in het huis van de democratie?

Dat betekent dat Gündogan, Dassen en Koekkoek gedwongen worden met zijn drieën een fractie te vormen. Als Gündogan haar aangiftes tegen de melders en Volt intrekt, zou er een theoretische kans op samenwerking zijn. Al wordt dan verwacht dat Koekkoek de fractie, en mogelijk de Tweede Kamer, verlaat. Misschien gaat Gündogan alsnog weg, met of zonder zetel. Of Gündogan neemt haar zetel in zonder dat ze de aangiftes intrekt, waarna Dassen en Koekkoek zich mogelijk afsplitsen.

En de medewerkers? De meesten zijn stellig: als Gündogan terugkeert bij Volt, zijn zij weg. Eén dag voor de uitspraak in het kort geding, op maandag 7 maart, schrijven vijf melders – niet de melders met wie NRC gepraat heeft – een brief aan het partijbestuur, die NRC heeft. Ze vragen om „bescherming” en of het bestuur wil instaan voor hun „veiligheid”. Ze hadden alle vijf „veel angst” gevoeld, staat er, voor de reactie van Gündogan op hun verhalen. Ze moeten er niet aan denken, schrijven ze, dat het onderzoek door een ánder bureau wordt overgenomen en ze alles opnieuw moeten vertellen.

Reactie Gündogan:
‘Het niveau van de beschuldigingen is tergend treurig’

Nilüfer Gündogan zegt op vrijdagavond door de telefoon, in een reactie, dat er „een hetze” tegen haar is. „Mensen willen dat ik stop als Kamerlid.” Ze heeft het gevoel dat ze „vecht tegen spoken”, omdat ze niet hoort wie de melders over haar zijn.

In de Tweede Kamer heeft ze, zegt ze, één keer haar medewerker op zijn billen geslagen. „Dat was super amicaal bedoeld, we waren toen nog vrienden.” Ze deed dat, zegt ze, zonder seksuele bijbedoeling.

De medewerker had laten weten dat hij niet meer wilde dat ze opmerkingen maakte over zijn homoseksualiteit. Ze zegt: „Maar pas nadat ik hem een officiële waarschuwing had gegeven, omdat hij niet functioneerde.” Ze heeft daarna nog een keer zo’n opmerking tegen hem gemaakt over homo’s, die ze „meiden” noemde. „Dat was in een slipstream, nadat hij zo’n soort opmerking tegen mij had gemaakt. Dat had ik inderdaad niet moeten zeggen, maar het was niet beledigend bedoeld.”

Gündogan erkent dat de medewerker nooit officieel een waarschuwing kreeg.

Over verklaringen dat ze schreeuwde en zich intimiderend uitliet, zegt ze: „In de campagne ben ik weleens hard uitgevallen tegen iemand. Zou ík dat schreeuwen noemen? Mwah, ik weet het niet. Kunnen anderen dat schreeuwen noemen? Ja.”

Ze zegt dat ze een „enigszins kort lontje heeft”. „Ik zal ook zeggen waar dat vandaan komt, ik heb er therapie voor gezocht. Sinds de dood van mijn man heb ik soms geagiteerd en geïrriteerd gereageerd. Ik ben niet altijd gemakkelijk, ook niet voor mezelf. Daar had ik graag oprecht mijn excuses voor aangeboden en verbetering beloofd, als mensen het tegen mij hadden gezegd of als het in alle discretie via een vertrouwenspersoon was gegaan. Maar deze mensen willen geen excuses.”

Over handtastelijkheden die mensen hebben gemeld zegt ze „aanrakerig” te zijn. „Noem het mijn Turkse passie.” Ze zegt dat ze zich niet herinnert of ze op haar verjaardag, na de lijsttrekkers-verkiezing bij Volt, handtastelijk is geweest en seksueel getinte opmerkingen of toespelingen heeft gemaakt. Ze is boos over het verhaal, omdat het over haar „privésfeer” gaat. „Ik dacht me veilig te kunnen voelen in mijn eigen huis.” Ze zegt dat ze op een verjaardag „weleens iemand te sterk zal hebben geknuffeld”. „Dat zal ik niet ontkennen. En dat iemand dan denkt: wow, Nilüfer, wat veel.”

Ze zegt ook dat ze „op een borrel wel eens te veel drinkt”. „Sorry hoor.”

Dat de uitslagenavond van Volt, na de Tweede Kamerverkiezingen, alcoholvrij was omdat zij anders te veel zou drinken, is volgens haar niet waar. „We hebben dat zo bedacht, omdat we wilden dat mensen zich aan de coronamaatregelen zouden houden.”

Over mogelijk seksueel overschrijdende opmerkingen zegt ze: „Als ik dit soort grappen maak is het eerder in algemene zin. Dat iemand dit internaliseert, dat kan. Ik ben oud genoeg om te beseffen dat wat ik bedoel niet altijd overeenkomt met hoe iemand het ervaart.”

Ze herinnert zich niet meer of het háár idee was in de campagne een brief te schrijven aan het partijbestuur over het functioneren van Laurens Dassen. „Ik weet wel dat ik erachter stond.”

Over de mogelijk denigrerende opmerkingen over het uiterlijk van mensen, ook collega’s, zegt ze: „Dat heb ik vast gedaan, ik maak af en toe valse grappen.” Ze zegt dat ze Volt-Kamerlid Marieke Koekoek een keer „professioneel” heeft „aangesproken” op iets wat uiterlijk betrof. Ze wil niet zeggen waar dat over ging. „Ik ga niet terug met moddergooien.”

Gündogan noemt „het niveau van de beschuldigingen tergend treurig”. „Er ligt een duidelijk vonnis dat de vloer aanveegt met het onderzoek. Dit zit hooguit op het niveau van: vervelend, lastig, wat een dráák van een mens. Alleen met het doel dat ik me zo diep ga schamen, dat ik mijn Kamerwerk niet meer durf te doen.”

Reactie partijbestuur en partijleider Dassen:
‘Risico’s van vertoonde gedrag onderschat’

Het partijbestuur en partijleider Laurens Dassen schrijven in een gezamenlijke verklaring dat „wij de risico’s van het door Nilüfer vertoonde gedrag dat bij ons bekend was [hebben] onderschat. De partijtop was ervan op de hoogte dat een minderjarige medewerker melding had gedaan van „nare ervaringen”. Dassen: „Ik heb toen een wandeling gemaakt en dit met deze Volter besproken. Zij gaf aan dat ik niet tot actie hoefde over te gaan, maar ik realiseer me nu dat ik die verantwoordelijkheid niet bij een minderjarige had mogen leggen.”

Ook waren er „geruchten” over andere voorbeelden van ongewenst gedrag bekend bij het bestuur. „Achteraf realiseren wij ons dat we deze signalen serieuzer hadden moeten nemen.”

Volgens Dassen en partijbestuur heeft Gündogan zich „bij herhaling” denigrerend geuit over fractiegenoot Marieke Koekkoek. „Ondanks pogingen om dit gedrag te stoppen.”

Over de aantijgingen van melders aan het adres van Gündogan schrijven bestuur en Dassen dat „voor dit soort gedrag geen plaats is bij Volt”. Als het Bing-onderzoek is afgerond „zullen wij niet verzuimen de nodige consequenties te verbinden aan de uitkomst”.

„We hebben lang geprobeerd door middel van gesprek, dialoog en bemiddelingspogingen het gedrag van mevrouw Gündogan bij te sturen. Deze pogingen zijn geïntensiveerd na een gesprek van de fractievoorzitter met de co-voorzitters en zelfde signalen aan het bestuur. Dit was onvoldoende. Hierdoor zijn mensen in onze partij beschadigd. Aan hen bieden we onze excuses aan.”

In een „ultieme poging om melders te beschermen” zijn bestuur en Dassen „tekortgeschoten”, erkennen ze. „Dat is de les die we hebben geleerd. We zullen er voor gaan zorgen dat de melders goed worden opgevangen. Wat voor ons voorop staat, is dat elke melder op ons kan rekenen.”

Bestuur en Dassen vinden het „verschrikkelijk” dat melders hebben gevoeld dat signalen niet of te laat serieus zijn genomen. „We bieden daarom onze excuses aan alle melders aan en iedereen die hierdoor geraakt is.”

Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 14 maart 2022.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in